‘Ik ben een pappa’s-kind. Mijn mooiste herinneringen zijn aan de tijd dat ik klein was en we altijd samen speelden. Ik was heel zijn leven, en hij was het mijne. Ik weet nog dat ik twaalf jaar was en de ramadan ten einde kwam. We mochten allemaal nieuwe kleren uitzoeken. Behalve ik: geen enkele outfit was in de ogen van mijn vader goed genoeg voor mij. Tot de dag voor het Suikerfeest. Mijn vader zei dat hij even weg moest om snoepjes te kopen, maar hij kwam terug met een heel mooi paars shirtje voor mij. Ik moest ervan huilen en ik word nog steeds blij als ik denk aan dat moment.
Die hechte band is gebleven, en mijn ouders hebben mij altijd behandeld als hun kleine meisje. Zij kozen een man voor mij uit. Ik verloofde me met hem toen ik achttien was, terwijl ik hem nog nooit had ontmoet. Ik was blij. Ik wilde een eigen huis hebben, onafhankelijk zijn. Mijn ouders besloten dat ik twee jaar later met hem zou trouwen en zo geschiedde het. Ik kreeg een witte jurk, en was bloednerveus toen ik arriveerde op mijn eigen bruiloftsfeest. Zodra ik mijn man ontmoette werd ik rustig. Misschien omdat ik toen nog geen idee had waar ik aan begon... Ik was nog steeds gewoon die dochter die heel blij was met wat haar ouders voor haar deden. Maar waar je een paars T-shirt overduidelijk moet aantrekken op het feest waarvoor je het gekregen hebt, had ik dit keer geen idee wat ik met mijn cadeaus moest.
Het eerste jaar van ons huwelijk waren mijn man en ik echt gelukkig. Daarna kwamen er tegenslagen. Eerst een kleine: mijn schoonouders begonnen erover dat we kinderen moesten krijgen. Twee jaar later was ik nog niet zwanger. Dat maakte me depressief. En mijn schoonouders bleven mij erover lastigvallen. Pas toen medisch onderzoek uitwees dat het probleem niet bij mij lag maar bij hun zoon, kreeg ik rust. En wat ook fijn was: zijn probleem kon verholpen worden. Toen ik ontdekte dat ik zwanger was, voelde dat heel speciaal. We kregen nog twee kinderen, en zij vervullen me met trots.
Dan is er nog de oorlog. Het is belangrijk dat je begrijpt dat het ons voor de wind ging, voordat de oorlog begon. We konden onze kinderen verwennen. We woonden in een fijn, ruim huis. Mijn man had een prima baan. En weet je wat een oorlog daarmee doet? Eerst verlaat je soms tijdelijk je woning om aan bombardementen te ontkomen. Vervolgens verlies je het gevoel van veiligheid, als je terugkeert naar je eigen huis. Want wanneer komt de volgende? Onze buurjongen kwam voor mijn ogen om door een bom. Ik was er kapot van. Ik werd bang en verdrietig. Dan komt het moment dat de economie instort als een buurt te vaak doelwit is, want bedrijven kunnen zo niet werken. Ook mijn man verloor zijn baan. Mijn punt is: ons leven begon veelbelovend, maar door de oorlog verdween onze kans daar op een goed bestaan. En dat was onze tweede tegenslag.
We dachten dat vluchten naar Libanon een oplossing was. Mijn man ging eerst. Hij vond een baan en een huis, en drie maanden later voegden wij ons bij hem. Dit komt goed, dacht ik. Maar waar onze problemen in Syrië van buitenaf kwamen, komen ze in Libanon van binnenuit. Mijn man raakte gespannen. Eerst wilde hij de kinderen minder om zich heen. Dat ging nog wel, tot hij zijn baan in Libanon ook verloor. Nu is hij de hele dag thuis, maar de kinderen verdragen kan hij niet. Als ze spelen of geluid maken, wordt hij gespannen. Als de kinderen hem een kus willen geven – iets dat ik hen geleerd heb altijd te doen, dat heb ik van huis uit meegekregen – wimpelt hij hen af. Ik vraag hem steeds: waarom wil je de kinderen niet om je heen? En dat is slechts één van de dingen waarover we ruzie maken. We hebben ruzie over hoe zijn ouders tegen mij doen. Over de verantwoordelijk voor de zorg voor de kinderen. Hij werkt niet dus verdien ik nu het geld, maar ik vind niet dat hij mij ook maar ergens in steunt. Het is zo erg dat we nu zelfs ruziën waar de kinderen bij zijn. Dat maakt hen aan het huilen. Ze vragen waarom hun vader mij slecht behandelt. Uiteindelijk ging ik zelfs bij hem weg. Ik begon me af te vragen of het beter was geweest als we niet waren getrouwd. Was het beter geweest als we geen kinderen hadden gekregen? Maar ik ben teruggekeerd. Want dat is het beste voor de kinderen.
Mijn ouders gaven me eigenlijk alles wat ik wilde. Ik hoop dat ik mijn kinderen op diezelfde manier kan behandelen. Dat ik ze alles kan geven wat ze willen. Dan voel ik me sterk – als ik goed begrijp en aanvoel wat mijn kinderen nodig hebben. Ik hoop dat we ooit terug kunnen naar Syrië, zodat mijn kinderen het beste onderwijs krijgen dat er is. Ik wil ze net zo opvoeden als mijn ouders mij hebben opgevoed: vol zelfvertrouwen, in staat om kracht uit te stralen ongeacht hun omstandigheden – ook al voelen ze zich zwak.’
Volg Portraits of Power
Neem een kijkje achter de schermen!
‘Een krachtige vrouw heeft zelfvertrouwen. Ze is in staat om haar moeilijkheden weg te houden en haar positieve kant te
laten zien. Zo laat ze zien dat ze sterk is, ook al voelt ze zich zwak.’
Marwa, 27, gevlucht uit Syrië
Behind the scenes
Neem een kijkje achter de schermen van Portraits of Power met: