Viorica (68)

Scroll down

ROM_Viorica (2)
ROM_Viorica (3)
ROM_Viorica (4)
ROM_Viorica (1)

‘Telkens als ik de gevangenen bezoek, ontmoet mijn hart hun hart’

 

Dit verhaal geeft een kijkje in het leven van de Roemeense Viorica (68). Zij geeft hoop aan iedereen die ze ontmoet: behoeftigen, daklozen, criminelen en aan nog zo veel meer mensen in nood. Ze heeft liefde in haar hart voor elk mens. Ze ziet het beste in hen. ‘Alles wat ik heb kunnen doen, was omdat ik God aan mijn zijde had.’

 

Viorica een sterke vrouw noemen, is een understatement. Ze heeft enorm veel moeilijkheden doorstaan, maar als je haar ontmoet, merk je daar niets van. Er is altijd een glimlach op haar gezicht en ze is altijd vrolijk. Ze heeft gewoon eindeloos lief. Uiterlijk of status vindt zij niet belangrijk.

 

Maaltijden voor daklozen

‘Mama, mama', dat roepen de daklozen als ze Viorica zien. Ze is een moederfiguur voor hen, omdat ze voor hen zorgt als voor een moeder. Op een dag zag de Roemeense in het park dakloze vrouwen op karton slapen, zonder beschutting tegen de regen en de sneeuw. Toen begon Viorica voor deze en andere daklozen te zorgen. Ze bereidde ontelbare maaltijden voor hen. Als ze geen geld had om boodschappen te doen voor de maaltijden, vroeg ze God om hulp. En Zijn hulp kwam altijd, precies op tijd. Viorica is nooit rijk geweest, maar haar hart is altijd bereid om te helpen. 

 

Bezoeken gevangenen

Na enige tijd werd Viorica uitgenodigd om deel te nemen aan het team van pastoraal werkers in de gevangenis van haar woonplaats. Vanaf dat moment begon zij met het bezoeken van gevangenen. Ze was aanvankelijk nogal huiverig om aan dit nieuwe hoofdstuk in haar leven te beginnen. Ze had het gevoel dat ze daar niet thuishoorde. Maar als je haar tegenwoordig vraagt naar haar pastoraal werk, dan zegt ze: ‘Telkens als ik daar kom, ontmoet mijn hart het hart van de ander.’

 

Kort nadat Viorica de vrouwelijke gevangenen begon te bezoeken, werden ze overgeplaatst naar een gevangenis in Arad, een stad 120 kilometer verderop. ‘Ik gaf ‘mijn’ gevangenen niet op. Tot de pandemie het te moeilijk maakte, reisde ik elke maand met mijn vrienden naar Arad om de vrouwelijke gevangenen te bezoeken. We hebben warme en diepe relaties ontwikkeld met veel van de opgesloten vrouwen. Ik heb veel koffers gevuld met brieven die ik in de loop der jaren met de vrouwen in de gevangenis heb uitgewisseld. Ze zeggen dat we elke keer dat we hen bezoeken een frisse wind brengen, een gevoel van verandering.’

 

Roeping van God

Viorica heeft, samen met haar groep vrienden, haar hart en ziel gegeven aan de vrouwelijke gevangenen. Hoewel het werk haar een bevredigend gevoel geeft, is het niet altijd makkelijk om te doen. Vooral wanneer de vrouwen voor wie ze zorgt, terugvallen op hun oude gewoontes. Viorica heeft altijd haar geloof in God behouden en nooit getwijfeld aan haar roeping. En God heeft haar geloof altijd geëerd. 

 

Liefde brengen

‘Onze groep bezoekt ook de nachtopvang in onze woonplaats. De mensen die in de opvang verblijven horen bij de onderkant van de samenleving, het zijn de zieken, de armen en de behoeftigen. We brengen hen eten, maar wat nog belangrijker is: we brengen liefde. We praten met de gasten van de nachtopvang, we leren hen bidden en zingen en hoe ze hoopvol kunnen blijven.’

 

Dit is echter niet alles wat Viorica doet. In principe helpen zij en haar vrienden iedereen in nood. Soms helpen ze grote gezinnen met de zorg voor hun kinderen, sturen ze cadeautjes voor de baby van een gevangene of bezoeken ze vrouwen die hun man hebben verloren. In het verleden heeft Viorica wel eens haar laatste geld gegeven aan iemand die het nodig had. Viorica's groep gelooft dat we elkaar allemaal moeten helpen. Of we nu jong of oud, rijk of arm zijn. ‘Iedereen doet het beste wat hij kan met de gaven die God hem heeft geschonken‘, aldus Viorica.

 

God geeft

Er zijn nog veel meer mensen aan wie de Roemeens hulp heeft gegeven. Veel van deze mensen worden gemeden door de maatschappij, ze zijn ongewenst. Viorica ziet hen, zij ziet hun nood. Ze heeft ze opgenomen in haar familie. ‘Mijn geloof is bescheiden, eenvoudig en zuiver. Dat is ook hoe ik voor anderen zorg. En ik weet dat God dat waardeert. Als God je roept om iets te doen, geeft Hij je alles wat je daarvoor nodig hebt. Hij zorgt voor vrede, liefde, middelen, leiding, eerlijke mensen, kansen en tijd.’